Het buitenschrijnwerk en het glas-in-lood van de houten reiegevel van het pand Groeninge 4 kreeg een conserverende behandeling. Voor deze werkzaamheden kent Stad Brugge een premie ‘Historisch Buitenschrijnwerk’ van 6.000 euro toe.
Het historisch pand in het centrum van Brugge heeft een zeventiende-eeuws diephuis, maar is vooral bekend vanwege het lage achterhuis aan de waterkant. Dat volume met houten gevel en tegelpannen maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht ‘Dijver, Arentshuis, Gruuthuse en Onze-Lieve-Vrouwekerk met omgeving’ en ligt aan de rei tussen deze historische gebouwen.
Het achterhuis is bijzonder populair bij de miljoenen bezoekers die jaarlijks over de Bonifaciusbrug wandelen of de reien per boottocht verkennen. De gevel is beeldbepalend voor een van de meest iconische locaties in de binnenstad, waardoor de stadslandschappelijke waarde bijzonder groot is.
Hoewel het pand een middeleeuwse uitstraling heeft, ontwierpen architecten Joseph en Luc Viérin (vader en zoon) het huis pas in 1936. Ze creëerden een pittoresk effect met een spel van volumes, erkers, dakkapel en vensters met glas-in-lood.
“De toestand uit 1936 bleef grotendeels bewaard, maar er waren noodzakelijke conserveringswerkzaamheden nodig om de originele houten gevel en het glas-in-lood in stand te houden – in het bijzonder het zogenaamd ‘flessenbodemglas’ in de zijgevels”, zegt schepen van Monumentenzorg Mathijs Goderis. “Het lood was in zeer slechte staat. Daarom werden de glas-in-lood-panelen gedemonteerd, gereinigd en voorzien van loodstrips en mastiek. De houten gevel kreeg opnieuw een egale, donkerbruine afwerking. Nu alle werkzamheden zijn afgerond, kent het schepencollege definitief een maximale stadspremie van 6.000 euro toe.”
Foto©Persdienst Stad Brugge
